Wat kan je met de functie “tekst samenvoegen Excel”?
De functie is vrij éénduidig, het voegt tekst samen van 2 of meerdere Excel cellen naar 1 cel. Dus het voegt verschillende tekenreeksen samen tot één tekenreeks. Dit met een maximum van 255 fragmenten. De fragmenten kunnen zowel tekstdelen, getallen of verwijzingen zijn naar een cel.
- → Tekst samenvoegen zonder opmaak
- → Tekst samenvoegen met opmaak (valuta)
- → Tekst samenvoegen met opmaak (datum)
Zoals je ziet op bovenstaande screenshot kan je dus verschillende teksten uit verschillende cellen samenvoegen d.m.v. de tekst samenvoegen functie. In de formule verwijs je steeds naar de tekstfragmenten (tekstdelen, getallen of verwijzingen) die je wilt samenvoegen.
[message type=”attention”] Er zijn een aantal uitzonderingen wanneer je werkt met getallen (denk aan valutatekens of geboortedata). Deze dien je in de formule zelf ook nog eens op te maken met de juiste formule.[/message]
Functie: Tekst samenvoegen Excel (zonder opmaak)
Tekst samenvoegen Excel zonder opmaak
We zouden graag meerdere verschillende stukken tekst in verschillende cellen samenvoegen tot 1 tekst. Dit geheel zonder opmaak van cijfers of data.
- Voorzie meerdere teksten je die wilt samenvoegen tot één tekst.
- Plaats de cursor waar je het eindresultaat wilt bekomen.
- Gebruik de formule “=TEKST.SAMENVOEGEN(tekst1;tekst2;tekst3;…)”
- Concrete voorbeelden:
- → =TEKST.SAMENVOEGEN(“Gratis-“;”Cursus”) → Gratis-Cursus
- → =TEKST.SAMENVOEGEN(“Gratis Cursus biedt online cursussen aan zoals:”;”B2″) → Gratis cursus biedt online cursussen aan zoals: Excel (belangrijk om te weten is dat in cel B2: Excel staat)
TIP: je hoeft niet steeds puntkomma te gebruiken tussen elke nieuwe tekst die je wilt samenvoegen, je kan evengoed het symbool “&” gebruiken.
Functie: Tekst samenvoegen Excel met opmaak (valuta)
Tekst samenvoegen Excel waar getallen (valuta’s) in voorkomen
In dit voorbeeld willen we tekst samenvoegen uit verschillende cellen waar getallen in voorkomen. Dit kan gaan over normale getallen of een bepaalde valuta.
- Om tekst samen te voegen, dien je verschillende stukken tekst met elkaar te verbinden. Voorzie meerdere getallen of stukken tekst die je wilt samenvoegen.
- Selecteer de cel waar de tekst wilt samenvoegen tot 1 aansluitende tekst.
- Gebruik de formule “=TEKST.SAMENVOEGEN(tekst1;tekst2;tekst3;…)”
- Wanneer je een een bepaald cijfer met valuta (EURO) wilt toevoegen aan de functie, moet je nog een extra functie toevoegen namelijk: “EURO”. De formule luidt als volgt: =EURO(getal; [decimalen])
- Concrete voorbeelden:
- → =TEKST.SAMENVOEGEN(“Wit brood kost”;5) → Wit brood kost 5
- → =TEKST.SAMENVOEGEN(“Wit brood kost”;EURO(5)) → Wit brood kost € 5
TIP: je hoeft niet steeds puntkomma te gebruiken tussen elke nieuwe tekst die je wilt samenvoegen, je kan evengoed het symbool “&” gebruiken.
Functie: Tekst samenvoegen Excel met opmaak (geboortedatum)
Tekst samenvoegen Excel met een bepaalde opmaak namelijk een datum integreren
Wanneer je meerdere teksten samen wilt voegen in Excel met een bepaalde opmaak voor een geboortedatum. Dit kan je door een extra functie toe te voegen aan de formule namelijk: “=TEKST(waarde; notatie_tekst)”
- Gebruik meerdere stukken tekst die je wilt samenvoegen, gebruik verder ook een datum die je wilt integreren in de formule.
- Wanneer je beide stukken tekst hebt (tekst + datum + (optioneel een valuta)), gebruik je volgende formule.
- Gebruik de formule “=TEKST.SAMENVOEGEN(tekst1;tekst2;tekst3;…)”
- Concreet voorbeeld: A1 verwijst steeds naar een datum (22/03/1991 in dit geval).
- → =TEKST.SAMENVOEGEN(“Persoon X is geboren op”&” “&tekst(A1;”dd/mmmm/jjjj”)) → Persoon X is geboren op 22/maart/1991
TIP: de celinhoud van de data kan je op verschillende manieren laten opmaken door te experimenteren:
Bonus tip:
- → D staat voor Dag
- → M staat voor Maand
- → J staat voor Jaar
We gebruik volgende data: 22/03/1991
- =TEKST(A1;”D“) → 22
- =TEKST(A1;”DD“) → 22
- =TEKST(A1;”DDDD“) → Woensdag
- =TEKST(A1;”M“) → 3
- =TEKST(A1;”MM“) → 03
- =TEKST(A1;”MMMM“) → Maart
- =TEKST(A1;”J“) → 91
- =TEKST(A1;”JJ“) → 91
- =TEKST(A1;”JJJJ“) → 1991